Filter


OESO: Nederlandse leraren geven veel les en krijgen relatief goed betaald

12 september 2019

Nederland lijkt in verhouding tot andere landen meer jonge mensen te enthousiasmeren voor het leraarsberoep. Dat schrijft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in de nieuwste editie van het jaarlijkse rapport Education at a Glance, de meest gezaghebbende internationale vergelijking op het terrein van onderwijs. Het aandeel leraren onder de 30 jaar is in de onderbouw van het vo 15% hoger dan het OESO-gemiddelde van 10%. Voor de bovenbouw geldt dat 11% van de leraren onder de 30 jaar is ten opzichte van het OESO-gemiddelde van 8%.

Wellicht is de aantrekkelijkheid van het beroep mede te danken aan de salarissen die in Nederland iets hoger liggen dan in de meeste landen. Het verschil met het OESO-gemiddelde is voor een startende leraar 6.000 tot 8.000 euro per jaar. Ondanks deze positieve cijfers waarschuwt de organisatie dat lerarentekorten in veel Nederlandse regio’s een blijvend probleem vormen.

Aantrekkelijk beroep

Er worden ook conclusies getrokken die minder positief lijken voor de aantrekkelijkheid van het leraarsberoep. Zo wordt gesignaleerd dat leraren in de bovenbouw vo 11% minder verdienen ten opzichte van andere hoogopgeleiden. Ook het aantal lesuren van leraren in het vo in Nederland ligt wat hoger dan het OESO-gemiddelde. Het maximaal aantal lesuren van een leraar in Nederland is 750, voor leraren in de onderbouw geldt dat dit 41 uur meer is dan het OESO-gemiddelde. Voor bovenbouwleraren geldt dat dit 83 uur meer is dan het gemiddelde.

Ook komt de leerling-leraarratio in het rapport aan de orde. Deze is in het Nederlands voortgezet onderwijs al jaren hoger dan het OESO-gemiddelde. In Nederland hebben leraren voortgezet onderwijs gemiddeld 29% méér leerlingen dan hun collega’s in de EU.